Frasniaan

Dit is de hoofdpagina van het Frasniaanproject.

HET FRASNIAAN, zijn geologische structuur en fossielen

Wanneer we boeken en tijdschriften over fossielen doorbladeren, komen we prachtige en mysterieuze fossielen tegen. De afgebeelde ammonieten, trilobieten, vissen en andere spreken ontegenzeggelijk tot ieders verbeelding. Spijtig echter voor de verzamelaar worden de afgebeelde fossielen, op een enkele uitzondering na, praktisch altijd in het buitenland gevonden. Maar hoe zit het met de fossielenrijkdom van ons eigen, kleine landje?

België is bijzonder rijk aan geologische formaties en dat zou toch moeten vertaald worden in een even rijk fossielenbestand. Maar waar houden deze beestjes zich schuil, wanneer hebben ze geleefd, wat zijn ze in feite en kunnen we er een naam opplakken?  Het antwoord op deze vragen komen we spijtig genoeg zelden tegen in de klassieke naslagwerken.

Om de Belgische fossielen wat meer in de aandacht te brengen en om nu toch eens eindelijk te weten wat er zoal in de loop van de jaren in onze tassen verdwenen was, werd, in de loop van het jaar 2000, het stoutmoedige plan opgevat om hieraan eens iets te doen. Maar de vraag was: wat juist? Een bespreking van afzonderlijke fossielen uit verschillende lagen en streken, de fossielen uit een bepaalde gesteentelaag of streek?

Het antwoord kwam in feite uit een boekje dat de meeste onder ons wel kennen, nl. “Terrains, Roches et Fossiles de la Belgique” van E. Maillieux dat door het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen te Brussel uitgegeven werd in het jaar 1938. De auteur bespreekt alle in België voorkomende gesteentelagen en geeft gelijktijdig een opsomming van de erin voorkomende fossielen.

Dit gaf ons het idee om iets gelijkaardigs te doen maar dan beperkt tot een welbepaalde streek.

Omdat onze uitstappen voornamelijk zuidelijk gericht waren hadden we al heel wat plaatsen in de buurt van Couvin bezocht, waar zowel het Givetiaan, het Frasniaan als het Fammeniaan ontsloten zijn.

Mailleux vermelde voor he Frasniaan niet minder dan 211 verschillende soorten, en dat aantal leek onwaarschijnlijk hoog. Waarom vonden wij dan altijd dezelfde fossielen en waar hielden al die andere soorten zich verborgen? Op dat ogenblik was de keuze gemaakt. We zouden werk maken van een overzichtelijke en doorgedreven studie van het Frasniaan en meer specifiek de fossielen die we aantreffen in de talrijke ontsluitingen die we vinden in het zuiden van België, zoals Boussu-en-Fagne, Nismes, Mariembourg, Frasnes-les-Couving, enz.

Nu, 10 jaar later en dank zij de inzit en interesse van heel wat personen, passeerden verschillende hoofdstukken de revue en het werk is nog ver van voltooid.

Zo werden de volgende hoofdstukken met telkens een specifiek onderwerp “afgewerkt”:

  • Inleiding met een geografische situering, de indeling van het Devoon en meer specifiek het Frasniaan. Blz. 1 – 8
  • De structuur en groei van het bioherm, de samenstelling van de fauna.  Blz. 9 – 23
  • De indeling  van de levende organismen.  Blz. 24 – 30
  • Receptaculieten, stromatoporen en koralen.  Blz. 31 – 34
  • De “Carrière de l’Arche” te Frasnes-lez-Couvin.   Blz. 35 – 53
  • De verschillende formaties van het Frasniaan met hun belangrijkste macrofauna.   Blz. 54 – 64
  • Koralen.  Blz. 65 – 80
  • De Mariembourg-parking.   Blz. 81 – 101
  • Het genus Orbiculoidea.   Blz. 102 – 104
  • De Formatie van Matagne en enkele vindplaatsen.  Blz. 105 – 116
  • Nismes-kerkhof.  Blz. 117 – 120
  • Een overzicht van de crinoiden.   Blz. 121 – 154
  • De spoorwegsectie “Nismes” te Mariembourg.   Blz. 155 – 190
  • Het genus Platyceras.   Blz. 191 – 195
  • Trélon (Frankrijk).    Blz. 196 – 276
  • Carrière de Lompret (Deel I), Aublain en Vaulz-lez-Chimay.    Blz. 277 – 329
  • Algemeen overzicht van de macrofauna.   Blz. 330 – 354
  • Hotton.   Blz. 355 – 385
  • Conulariida.   Blz. 386 – 393
  • Uitsterven, de crises van het Devoon, de laat Devonische massa-extincties.   Blz. 394 – 431
  • “Le contournement à Frasnes“.  Blz. 432 – 458
  • Carrière de Lompret (Deel II).  Blz. 459 – 531

Een artikel over de « carrière du Cimetière » te Boussu-en-Fagne en een derde deel over de « carrière de Lompret » zijn in voorbereiding.

Deze reeks van artikelen verscheen vooreerst in de Tellus-krant (een uitgave van de Geologische Vereniging Tellus), en nadien, volgend op de fusie van Tellus en Hona in 2008,  in het HONA tijdschrift (vanaf blz. 277).

Deze reeks van artikelen en het regelmatig organiseren van zoektochten heeft tot doel de amateurpaleontoloog te stimuleren in zijn kennis van en zijn belangstelling in de Belgische geologie en de determinatie van de fossielen die hij tegenkomt.

Enkel met de hulp en inbreng van de leden of geïnteresseerde derden konden de verschillende hoofdstukken afgewerkt worden. Niet zelden waren hun vondsten de aanleiding tot het uitschrijven ervan. Wij hopen dat in de toekomst deze kruisbestuiving onverminderd verder gaat.

Willy Vanherle