Kristallen

De meeste vaste stoffen, zowel natuurlijke als synthetische, zijn kristallijn, dwz dat hun “bouwstenen” (atomen, ionen, molekulen) volgens een regelmatig en telkens herhaald patroon gerangschikt zijn. Onder ideale omstandigheden kan zich dat uiten in vrije kristallen met platte vlakken en rechte ribben (bv. bergkristal) maar ook een kwartskorrel in een gesteente is in feite een kristal, al is dat niet aan de buitenkant te zien.

Kristalstructuur calciet

Kristalvormen van calciet.

De kristallen worden in 7 stelsels onderverdeeld op grond van hun symmetrie (spiegelvlakken, draai-assen en symmetricentrum):

  1. kubisch, ook wel regulair of isometrisch geheten
  2. tetragonaal
  3. (ortho)rombisch
  4. monoklien
  5. triklien, ook wel anorthisch geheten
  6. hexagonaal
  7. trigonaal, ook wel romboëdrisch genoemd; soms wordt dit als een onderdeel van het hexagonale stelsel beschouwd

Eénzelfde scheikundige verbinding kan op verschillende wijzen kristalliseren: het gaat dus telkens om een ander mineraal, bv. CaCO3als calciet, aragoniet en vateriet; FeS2als pyriet en markassiet.

Een handstuk met pyrietkristallen. Foto Danny Alexandre

Kristal van markasiet

Omgekeerd kunnen verschillende verbindingen hetzelfde kristalrooster hebben, maar het gaat dan ook weer telkens om andere mineralen omwille van de verschillende samenstelling, bv. in het trigonale stelsel CaCO3als calciet, MgCO3als magnesiet, FeCO3 als sideriet, MnCO3als rhodochrosiet, ZnCO3 als smithsoniet, CoCO3 als spherocobaltiet, NiCO3 als gaspéiet en CdCO3 als otaviet. Een beperkt aantal mineralen is amorf, dwz dat er geen kristalpatroon aanwezig is: in dat geval moet de bewuste verbinding, om als mineraal aanvaard te worden, wel duidelijk te omschrijven kenmerken hebben die een identificatie ondubbelzinnig mogelijk maken.
Sommige mineralen vormen nooit of slechts zelden (zichtbare) kristallen, andere zijn alleen als kristallen bekend. Een mineraal kan altijd eenzelfde of slechts een paar vormen hebben (die natuurlijk tot het eigen stelsel behoren!), terwijl een aantal mineralen in vele tientallen of zelfs honderden vormen optreden: daarvan alleen zou een verzameling mogelijk zijn.

kristalvormen van granaat

Een speciaal geval zijn de “pseudomorfoses”, mineralen die de plaats en gedaante van een eerder bestaand kristal innemen; vbn. zijn kwarts dat aragoniet, bariet of fluoriet vervangt, limoniet dat de plaats inneemt van pyriet. Dit kan erg bedrieglijk zijn omdat de uiterlijke vorm die van het oorspronkelijke mineraal is terwijl de samenstelling die van het nieuwe mineraal is (dat een andere bouw en kristalvorm heeft).